Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Wet overheidspersoneel onder de werknemersverzekeringen

 

Artikel 89
1
Met ingang van het tijdstip van aanvang van fase 1 van deze wet tot en met de dag voorafgaande aan het tijdstip van aanvang van fase 2 van deze wet, bedoeld in artikel 53, komt de premie op grond van de Werkloosheidswet, bedoeld in de artikelen 85 derde lid, en 86 van de Werkloosheidswet, over de uitkering op grond van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering van een overheidswerknemer als bedoeld in artikel 1, onderdeel l, of een gewezen overheidswerknemer, in afwijking van artikel 92, onderdelen a en b, van de Werkloosheidswet, niet ten gunste van het wachtgeldfonds, bedoeld in artikel 102 van die wet, of het Algemeen Werkloosheidsfonds, bedoeld in artikel 103 van die wet, maar van het Arbeidsongeschiktheidsfonds, bedoeld in artikel 72 van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering. De eerste volzin is slechts van toepassing, indien de werkzaamheden met betrekking tot de in die volzin bedoelde uitkering worden verricht door een rechtspersoon, die de in artikel 41, eerste lid, van de Organisatiewet sociale verzekeringen 1997 bedoelde werkzaamheden uitsluitend verricht voor een of meer sectoren of sectoronderdelen waarbij geen andere dan overheidswerkgevers als bedoeld in artikel 1, onderdeel k, zijn aangesloten.
2
Ingeval het Landelijk instituut sociale verzekeringen, genoemd in hoofdstuk 4 van de Organisatiewet sociale verzekeringen 1997, of een uitvoeringsinstelling als bedoeld in artikel 41, derde lid, van die wet, de aan een overheidswerknemer als bedoeld in artikel 1, onderdeel l, toegekende uitkering op grond van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering, bedoeld in artikel 10, eerste of tweede lid, van die wet, aan een overheidswerkgever als bedoeld in artikel 1, onderdeel k, betaalt met het oogmerk die uitkering door diens tussenkomst te doen uitbetalen:
a
wordt, in afwijking van artikel 10, derde lid, van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering, voor zover dat lid betrekking heeft op de premie op grond van de artikelen 85, derde lid, en 86 van de Werkloosheidswet, de bedoelde uitkering niet vermeerderd met de daarover door de werkgever verschuldigde premie op grond van de Werkloosheidswet en wordt die uitkering verminderd met het door de overheidswerknemer of gewezen overheidswerknemer verschuldigde deel van de premie op grond van die wet;
b
treedt, in afwijking van artikel 10, derde lid, van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering, voor zover dat lid betrekking heeft op de premie op grond van de artikelen 85, derde lid, en 86 van de Werkloosheidswet, de overheidswerkgever niet in de plaats van het Landelijk instituut sociale verzekeringen of de uitvoeringsinstelling;
c
wordt, zo nodig in afwijking van artikel 28 van de Wet financiƫle voorzieningen privatisering ABP, voor de inhouding inzake werkloosheid, bedoeld in artikel 31 van de Wet financiƫle voorzieningen privatisering ABP, onder loon verstaan de op de WAO-uitkering aanvullende bezoldiging.
3
Het eerste en het tweede lid gelden uitsluitend voor uitkeringen op grond van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering, die betrekking hebben op de periode tot aan het tijdstip van aanvang van fase 2 van deze wet, bedoeld in artikel 53.


Jurisprudentie bij dit artikel

  • Hieronder wordt een selectie van de bijbehorende jurisprudentie getoond.

  • Geen resultaten gevonden voor de door u opgegeven zoek termen.
  •